Het hierboven genoemde protocol/draaiboek, is ontstaan vanuit de actualiteit. Zo zijn er meerdere schooldocumenten die (ooit) zijn opgesteld vanuit een maatschappelijke werkelijkheid. Voorbeeld daarvan is het Protocol School & Veiligheid (naar aanleiding van de wet op de Sociale Veiligheid uit 2015) en het Protocol Privacy & Beveiliging (naar aanleiding vande AVG, mei 2018). Vaak zijn deze beleidsplannen gemaakt vanuit bestuur of directie en is de vraag in hoeverre de leerkracht met de inhoud vertrouwd is.
Er zijn ook protocollen die vanuit een onderwijskundige ontwikkeling ontstaan, zoals het Protocol Dyslexie en het Protocol Doubleren & Versnellen. Dit zijn documenten die zijn opgesteld in overleg met het team en voor de leerkrachten een grotere rol spelen in hun dagelijkse werkelijkheid.
Voor die zeldzame keer dat er binnen de groep iets traumatisch gebeurt waar je als leerkracht op vastloopt, of het gevaar op de loer ligt dat je de fout ingaat, bestaan er preventieve handelingswijzers zoals in het Protocol Rouw & Verlies. Het is een protocol dat pas in werking treedt op het moment dat zich een situatie voordoet. De leerkracht weet van het bestaan ervan, maar is niet op voorhand precies bekend met de inhoud.
In het verlengde daarvan ligt het Protocol School & Scheiden, al is de basis voor dit document misschien minder onvoorspelbaar; met de wetenschap dat in vrijwel iedere schoolgroep kinderen zitten waarvan de ouders niet (meer) samenwonen zou dit protocol een veel grotere rol moeten spelen in het schoolbeleid en het handelen van de leerkracht. Er zijn scholen waar men een (echt)scheiding beschouwt als een gebeurtenis binnen het privédomein en men vindt dat school niet hoeft te acteren bij een veranderende thuissituatie. Hiermee doen we het kind in kwestie zwaar tekort (Spruijt, 2010).
Een school is in ieder geval moreel verplicht zich te verdiepen in een kind waarvan de thuissituatie ineens drastisch verandert of dermate instabiel is dat het kind kans loopt op blijvende schade, want daar praten we over. School is voor dit kind vaak de enige vertrouwde omgeving waar alles min of meer blijft zoals het gewend is en daar schuilt een grote waarde in (Huisman et al., 2012). Die juf of meester die jou even na school aanspreekt over hoe het nu werkelijk met je gaat en of zij of hij je kan helpen. Die leerkracht die jou laat merken dat hij weet wat er aan de hand is en je de ruimte geeft om af en toe heel ergens anders te zijn met je gedachten.
Het blijkt voor veel leerkrachten moeilijk te zijn om over een dergelijk gevoelig onderwerp het kind (of de ouders) aan te spreken. Een protocol kan richtlijnen of een structuur bieden om het gesprek aan te gaan en helpt in ieder geval om op school een cultuur te vestigen waarin kinderen weten dat ze er veilig zijn en hun leerkracht ervaren als een steunfiguur in deze moeilijke periode (Sptuijt, 2010).
Een protocol zal uniformiteit nastreven; het is bij gelijke situaties van toepassing voor alle betrokkenen. Toch zal in dit geval het voor de ene leerkracht moeilijker zijn om een dergelijk gevoelig onderwerp bespreekbaar te maken bij kind en ouders dan voor de andere. Een leerkracht van groep 4 die net verlaten is door haar partner, zal logischerwijs heel veel moeite hebben met een vader van een leerling die het huis verlaten heeft voor een nieuwe vriendin. Het Protocol School & Scheiden is een steun voor de handelingsverlegen leerkracht om de simpele reden dat alle geledingen vooraf weten wat er op school wordt besproken en wat niet. Als je als school uitdraagt te weten waar je over praat, ben je voor de betrokken ouders een veel serieuzere gesprekspartner (Van der Pluijm, 2017).
Dezelfde eenduidigheid in handelen en het beheersen van de juiste kennis en vaardigheden, zal voorkomen dat school een speelbal wordt tussen ruziënde ouders en erger nog, de fout in gaat door een kant te kiezen of de ene ouder te voorzien van informatie die deze kan gebruiken als munitie in het scheidingsproces. Er zijn voorbeelden te over van een goedbedoelende leerkracht die bijvoorbeeld met moeder ‘de vermoeidheid van een leerling telkens nadat het kind een papa-weekend heeft gehad’ probeert te bespreken. Geen enkele leerkracht of directeur zit te wachten op de ouder die dan verhaal komt halen of een klacht indient. Of wat te denken van de leerkracht die de vriend van moeder, die misschien al jaren de kinderen mede verzorgt, ook ontvangt op het tienminutengesprek zonder dat de gezaghebbende vader daar toestemming voor heeft gegeven.
Zoals hierboven beschreven moet een protocol draagkracht binnen de hele schoolgemeenschap hebben en is het een levend document dat door allen gekend en gehanteerd moet worden. De opstelling en invoering van een protocol is daarbij cruciaal.
Gelukkig hoef je als school het wiel niet helemaal uit te vinden en zijn er op internet voorbeelden van andere scholen te vinden die je wellicht kunt bewerken naar de eigen situatie. Een andere mogelijkheid is om je als school aan te sluiten bij een bestaand protocol. De Stichting Expertisebureau Kind School Scheiding (EKSS) heeft bijvoorbeeld een modelprotocol waar je als school gebruik van kunt maken en waarvan je zeker weet dat het een wettelijke basis (Huisman et al., 2017) heeft en praktisch uitvoerbaar is. Dit standaardprotocol (Protocol School & Scheiding) kent een gedeelte dat voor alle partijen duidelijk de zogenaamde omstandigheden beschrijft: wie zijn voor ons ouders, wat is gezag, welke informatie verschaffen wij aan wie en hoe leggen we zaken vast?
Daarnaast kent dit protocol een gedeelte dat de uitwerking op schoolniveau beschrijft. Hierin staat bijvoorbeeld hoe de intake van nieuwe leerlingen waarvan de ouders niet (meer) samenwonen is georganiseerd.
Belangrijk ook is dat school van ex-partners verwacht dat zij alle mail aan school ook in cc sturen naar de andere ouder en dat school alleen maar inhoudelijk reageert als hieraan wordt voldaan. Dat lijkt heel simpel maar ouders moeten hierin wel opgevoed worden. Zeker wanneer je als moeder al jarenlang ook minder formele zaken met de juf of de zorgfuctionaris deelde, is het een behoorlijke omslag voor school en moeder als ieder mailcontact ineens geformaliseerd moet worden. Maar school heeft bij een scheiding nu eenmaal te maken met een extra partij die op dezelfde manier geïnformeerd moet worden en gekend moet worden in alle beslissingen die er over de leerling genomen wordt. Dat is een feit dat niet iedereen zich realiseert en zeker de ouders niet waar een scheiding zich (soms geheel onverwachts) aandient. Op zo’n moment kan het heel fijn zijn voor diezelfde ouders als zij door school worden gewezen op de beschrijving van de manier waarop school met de ontstane situatie omgaat (Van der Pluijm, 2013).
Tot slot kent het protocol van de Stichting EKSS een aantal bijlages die als tool ook zijn te downloaden in een digitale omgeving. Het gaat dan bijvoorbeeld om een document dat je jaarlijks zou moeten laten invullen door alle ouders die niet (meer) samenwonen. Buiten dat je daarmee relevante contactgegevens actueel houdt, ben je daarmee ook volgens de AVG richtlijnen gedekt in de toestemming die gescheiden ouders moeten geven voor bepaalde zaken.
Wanneer een instituut als de basisschool op deze manier omgaat met het fenomeen (echt)scheiden, zal het maatschappelijk taboe op scheiden verder afnemen. Er is al een trend zichtbaar waarbij ouders steeds minder de pijn en het verdriet die bij een scheiding horen, uitvechten voor de rechter (AD, 2020). Scholen durven zich vaker actief op te stellen en gaan het gesprek aan. Dankzij dit soort bewegingen in het onderwijs krijgen steeds meer ouders door hoe schadelijk een scheiding kan zijn voor de kinderen. Je relatie als partner is gestopt, maar je blijft ouder van je kind(eren) en waar kan je dat ouderschap beter vorm geven dan op de plek waar juist je kind centraal staat? De driehoek kind-school-scheiding is mede hierom een heel wezenlijke basis voor goed schoolbeleid, dat moet worden vastgelegd in een protocol dat na instemming van bestuur en (G)MR op een zorgvuldige wijze moet worden ingevoerd en geborgd bij team en ouders (Van Loo, 2012).
Een goed protocol voorkomt ongewenste situaties, al zullen er ook altijd wel omstandigheden ontstaan die zich door geen enkel protocol laten vangen. In een dergelijk geval is het fijn als je bij de juiste personen of organisaties goede informatie en hulp kunt krijgen. Blijf daarom als school actief in contact met de zogenaamde sociale kaart; een overzicht van externe organisaties en instellingen uit de directe omgeving van de school. Het is heel wijs om dit overzicht op te nemen in het protocol, zodat er toch direct kan worden gehandeld als zelfs het protocol geen antwoord geeft.
[literatuurverwijzing] De literatuurlijst is te vinden op: www.jsw.nl/artikelen
EKSS handelt en denkt vanuit de driehoek kind|school|scheiding. Vanuit alle drie de domeinen werken we met professionele trainers die de disciplines kennen vanuit de praktijk. Een kindercoach, een leraar en een juriste die naast hun werkzaamheden voor EKSS ook nog met twee voeten in de praktijk staan. Marleen heeft een bloeiende praktijk waarin ze heel veel kinderen begeleidt die vastlopen in de scheiding van hun ouders. Pieter staat al meer dan 35 jaar (gedeeltelijk) voor de klas en kent de basisschool en het onderwijs van binnenuit. Denise heeft ook een heel bloeiende praktijk als familierechtadvocaat, al zal ze die term niet gauw gebruiken.
Alle drie de trainers hechten aan hun eigen werkomgeving en willen ook die voeling met de praktijk houden.
Begrip… begrip van de materie en begrip voor het kind! Wij pleiten voor kennis over dit onderwerp waarbij een aantal begrippen centraal zullen staan. Vanuit kennis en begrip van wat er bij kinderen gebeurt zal er begrip ontstaan voor hoe het kind reageert en welke veranderingen er eventueel in zijn/haar gedrag kunnen optreden. Kinderen kunnen heel extravert reageren maar ook juist in zichzelf terugkruipen. Waar sommige kinderen ineens achterblijven in hun schoolprestaties, zullen andere kinderen juist proberen extra te presteren.
In beide gevallen is er behoefte aan zorg en begeleiding. Die begeleiding kan extern plaatsvinden door bijvoorbeeld hulpverleners of kindercoaches. Maar in onze optiek dient de eerste begeleiding plaats te vinden op de plek die (na thuis) het meest vertrouwd is in deze situatie, en dat is school!
Stichting EKSS wil door het ontwikkelen en ondersteunen van diverse activiteiten het leed van kinderen in een (echt)scheidingssituatie terugdringen.
De Stichting richt zich primair op het basisonderwijs als omgeving voor kinderen die -na thuis- het meest veilig en vertrouwd is. Door voorlichting, de overdracht van kennis en vaardigheden en het uitdragen van de belangrijke taak die het (basis)onderwijs heeft:
Zal een kind in deze situatie zich op school gehoord en erkend voelen; door het bespreekbaar maken en het vastleggen van goede afspraken tussen kind, school en ouders zal het kind grip krijgen op zijn eigen rol en situatie.
Zullen de onderwijsprofessionals die werkzaam zijn op school op de juiste manier kunnen acteren richting kinderen, de ouders en elkaar. Hierdoor zullen zij zich minder handelingsverlegen voelen en zal school een serieuzere gesprekspartner zijn voor ouders en externen.
Zal het taboe rondom dit onderwerp in eerste instantie op school sterk verminderen waarna er zelfs een maatschappelijk effect valt te verwachten.
In 2017 start Stichting EKSS met driedaagse trainingen om op zoveel mogelijk basisscholen een ScheidingsExpert op te leiden die de voortrekker binnen zijn eigen organisatie zal zijn om visie en beleid vast te leggen.